Het is sinds het seizoen '89-90 geleden dat AA Gent nog zo'n sterke competitiestart nam. Na 12 wedstrijden staat Gent, mede dankzij Club Brugge dat een wedstrijd minder heeft gespeeld, aan de leiding van de Vaderlandsche competitie. En toch krijgen de Buffalo's heel wat kritiek over zich: Gent zou geluk hebben, ze zouden verdedigend spelen, ja zelfs niet mogen aanvallen van hun trainer Patrick Remy. Het valt erg op dat Rene Vandereycken, die de Buffalo's in 1989 trainde, dezelfde kritiek over zich kreeg. Als we de taktische bezetting bekijken van de twee periodes, is dit echter niet zo verrassend.
Toen En Nu : De Verdediging
Over de keeper valt niet veel te zeggen, die kan je niet op een speciale plaats zetten. Dus die slaan we even over. Zowel Rene Vandereycken als Patrick Remy speelden met 4 verdedigers. Om ze even op te noemen: Tom Verdegem, Dirk Medved, Michel De Groote, Mark Verkuyl, Jacky Peeters, Nenad Vanic, Geri Cipi, Vital Borkelmans. Remy past wel een ander systeem toe in de centrale verdediging. Vandereycken speelde met een echte libero, Michel De Groote, die 10 meter achter zijn centrale verdediger alles opruimde. Indien de "voorstopper" Dirk Medved in de problemen kwam, sprong een defensieve middenvelder hem bij. De Groote, technisch ok, beenhard maar niet al te snel, was op dat ogenblik ook al 34, maar na een lange periode bij Anderlecht beschikte hij over genoeg ervaring en speldoorzicht op het hoogste niveau om zich in eerste klasse in de kijker te werken. Medved, pas overgenomen van Genk, zat in zijn topperiode en speelde Peter Hallaert al snel uit de ploeg. Hallaert zou nog wel regelmatig meespelen (Vandereycken zette er liever een verdediger dan een aanvaller meer op) maar zou het volgende jaar de ploeg verlaten na de komst van Bart De Roover en Dirk Van Gronsveld. Patrick Remy speelt met twee centrale verdedigers die in zoneverdediging spelen. Geri Cipi en Nenad Vanic, geen van beide snel, beschikken echter over een geweldig positiespel en zijn onklopbaar in de lucht. En ze hebben achter zich een keeper die uitstekend meevoetbalt, Frederic Herpoel. Als een van beiden uitvalt, staat er een derde verdediger klaar die over een hele brok voetbalintellect beschikt: oud-gediende Tomas Vasov.
Op de flanken is er niet veel veranderd. Zowel de nerveuze Tom Verdegem als Jacky Peeters maken regelmatig rushes over de rechterflank, hoewel Verdegem zich in de eerste plaats bekommerde om zijn verdedigende opdracht. Aan de linkerkant was Mark Verkuyl in veel opzichten een Nederlandse speler: iemand die niet graag dicht op de man speelde maar wel voetballend meedacht. Vital Borkelmans daarintegen is eerder te vinden voor het betere bikkelwerk.
Toen en Nu : Het Middenveld
Het middenveld moest in beide systemen gestoffeerd zijn om de tegenstander de ruimte te ontnemen om snelheid te maken. Dus twee centrale middenvelders, die in hoofdzaak verdedigend dachten, was geen overbodige luxe. En beide trainers hadden de kennis om voor een vriendenprijsje een stofzuiger par exelance te vinden. Frank Dauwen werd overgenomen van SK Lierse als 24-jarige en had inmiddellijk invloed in het spel. Met zijn lange benen brak hij elke tegenaanval af, louter op positiespel en een uitstekende sliding. Patrick Remy haalde Matthieu Verschuere uit Frankrijk. Verschuere, 30 cm. en 20 kg. kleiner/lichter, dan Dauwen speelt in essentie dezelfde rol: veel lopen, goed in positie en altijd klaar om een tegenaanval op te zetten. Dauwen haalde in deze periode ook zijn eerste en enige internationale selecties, en stond in de belangstelling van Anderlecht...net als Verschuere nu. Om beide kilometervreters te steunen, kregen ze een tweede speler naast zich. Rudy Janssens, een van de meest onderschatte voetballers van de laatste 10 jaar, kreeg deze rol op zich onder Vandereycken. Nasradine Kraouche krijgt bij Remy meestal de voorkeur, hoewel hij in balans ligt met Gaby Mudingayi en Eric Joly. Kraouche is niet echt een kuitenbijter, wel iemand met een goeie traptechniek. Janssens beschikte hier niet over, maar liep zich wel de benen van onder het lijf, zonder dat het opviel. Een beetje de Lorenzo Staelens van Gent. Voor deze twee verdedigende middenvelders stond meestal een creatieve speler, maar ook een speler die niet echt onbetwist. Bij Remy speelt Darko Anic deze rol, hoewel Remy in geval van nood zijn creatieve speler opoffert voor een extra verdediger. Bij Vandereycken speelde zijn voormalig Rode Duivels ploeggenoot Danny -de berggeit- Veyt. Veyt was ook kapitein van de ploeg, maar was op zijn retour. Anic is het genie, de man met de fluwelen traptechniek maar niet echt de werker. Veyt werkte, maar kreeg van de verdediging vaak de ruimte niet om de lijnen uit te zetten, en vaak viel hij ook terug op zijn vertrouwde linkerflank.
Toen En Nu : De Aanval
En zo komen we bij het laatste onderdeel: de aanval. Rene Vandereycken, die zijn ploeg helemaal had mogen kopen, deed hier zijn meest geniale zet ooit. Hij haalde de vergeten en afgeschreven Erwin Vandenbergh, die bij Rijsel volledig op een zijspoor zat, naar het Ottenstadion en speelde hem uit in de spits. De gevolgen zijn bekend: Vandenbergh werd topschutter, en op 32-jarige leeftijd opnieuw international. Vandenbergh, de ideale combinatie van balvaste targetman en opportunist, was een speler zonder gelijke. Patrick Remy moet het met minder stellen. Alexandros Kaklamanos, vorig jaar nog ongewenst, werd in allerijl teruggehaald en klaargestoomd. Kaklamanos weegt op een verdediging, maar bezit niet het speldoorzicht of opportunisme van Vandenbergh. de Op de twee flanken hadden beide taktieken spelers nodig met scorend vermogen, en liefst met een dribbel in de voet. Vandereycken had bij Lierse ook nog Eric Viscaal weggeplukt, die deze rol met brio opknapte en Nederlands international werd. Viscaal gaf enorm veel assists aan Vandenbergh, die ze "maar moet binnenleggen" (men vergeet dan wel dat Vandenbergh ondertussen heel goed positie had gekozen). Aan de andere kant was het voor Vandereycken wachten tot Henri Balenga fit raakte...ondertussen kregen Yves Soudan en Davy Cooreman met wisselend succes hun kans. Zowel Balenga als Viscaal moesten ook een verdedigende taak opknappen. Patrick Remy gokte correct om de blessuregevoelige Djima Oyawole naar Gent te halen, want de dribbelgrage Togolees staat meer dan zijn mannetje. Anders Nielsen, ook blessuregevoelig maar de man van de assists en de dodelijke finish, speelde aan de andere kant Gunther Schepens uit de ploeg. Als alternatief blijft Sloveens international Saso Gasjer een optie, en wat dat betreft ook een speler die beter verdient dan een plaats op de bank.
Toen en Nu : Alles Komt Terug
Alles komt in grote lijnen terug. Vandereycken speelde met een echte libero (iets wat Walter Meeuws drie jaar later ook probeerde te doen met Dirk De Vriese: de gevolgen waren rampzalig), Remy met een centrale verdediger. Maar voor het overige waren de systemen ongeveer hetzelfde. Beide trainers namen liever een aanvallend ingestelde speler uit de ploeg voor grote wedstrijden (meestal was Danny Veyt het slachtoffer) om het middenveld nog meer te stofferen.
Laat ons enkel hopen dat het huidige Gent beter met de druk kan omgaan. Ze beschikken niet over een Viscaal of Vandenbergh in topvorm, een duo dat altijd kansen creeerde en afwerkte. Gent steunt nu vooral op zijn verdediging die ondoordringbaar lijkt. Als deze zekerheid wegvalt, zal het moeilijk worden om te scoren. Maar dat is op dit moment het minste van onze zorgen...